Over de oorsprong van koffie als drank bestaan verschillende legendes. De bekendste legende is die van de herder ‘Kaldi’. Hij zag dat zijn geiten, na het eten van bepaalde bessen, actiever waren dan gewoonlijk. De herder bracht de vrucht naar de monniken. Zij waren teleurgesteld door de bittere smaak en gooiden de vrucht in het vuur. De geur van de geroosterde bonen prikkelden de nieuwsgierigheid van de monniken. Zij zagen het als een godsgeschenk want het hielp hen de halve nacht wakker te blijven om te bidden.

In de elfde eeuw werd koffie vanuit zijn herkomstland Ethiopië naar Arabië geïmporteerd. Al snel veroverde dit heerlijke drankje de Arabische koffiemarkt. De Perzen waren verrukt van zijn stimulerende werking. In de zestiende eeuw openden de eerste koffiehuizen hun deuren.

In de 17de eeuw brachten kooplieden uit Venetië koffie naar West-Europa. Dankzij zijn heerlijk aroma en stimulerende werking veroverde koffie Europa en sprongen de koffiehuizen als paddenstoelen uit de grond. Koffie werd geprezen door de burgerij en zeelui exporteerden de koffieplant naar hun koloniën.

Vandaag de dag is de koffiemarkt na petroleum één van de belangrijkste markten ter wereld. Bijna alle koffie wordt vervaardigd in Midden- en Zuid-Amerika.